|
|
Koppellinks instellen.
Het aantal veldlijnen dat de koppellus(sen) doorsnijdt, bepaalt de koppelfactor. Bij een bandpass cavity (mode 1) bepaalt de koppelfactor de VSWR, de verliezen en de 3dB bandbreedte. Bij een "notch-cavity" bepaalt de koppelfactor de shift. Door de afmetingen van een koppellus te wijzigen, of de lus te verbuigen of te draaien, kan de koppelfactor gewijzigd worden.
| pa0nhc: Het gaat hier om magnetische koppeling, dus om het effectieve aantal veldlijnen dat de koppellus doorsnijdt. De koppellus kan daarom ook verticaal en draaibaar aan het deksel bevestigd worden, waardoor de koppelfactor eenvoudig te wijzigen is, zonder de cavity te openen. Als dit mechanisch gerealiseerd kan worden, is het een elektrisch zeer aantrekkelijke oplossing. |
De positie van de koppellussen en de veldrichting in cavities.
|
|
Bij een notch-cavity (modes 2, 3 en 4) bepaalt de koppelfactor de effectieve bandbreedte tussen de piek en de notch (de "shift"). Zie fig. 7.
|
|
